Op zoek naar ruimtewinst in de ondergrond van Amsterdam

In Amsterdam zoeken gemeente en netbeheerders gezamenlijk naar ‘ruimtebesparende inpassingtechnieken’ voor nutsinfrastructuur in ondergrond. Op basis van interviews en workshops met stakeholders zijn relevante technieken geïdentificeerd, en is een breed waardekader samengesteld dat richting geeft aan het gezamenlijk afwegingsproces. In het traject wordt gebruik gemaakt van value mapping en multi-criteria deliberatie.

Figuur 1: De uitkomsten van interviews worden gepresenteerd aan betrokkenen tijdens een werksessie

Vraagstuk

Amstelstad, een gebied met grote kantoren en entertainment industrie in het zuid-oosten van Amsterdam, wordt getransformeerd naar een gemengd woon-werkgebied. Een pregnant vraagstuk betreft de inpassing van benodigde energie- en nutsinfrastructuur in de ondergrond. Door de gebiedstransformatie en de verschillende transitieopgaven komt de toch al beperkte ondergrondse ruimte nog verder onder druk te staan. Bestaande planprocessen en ordeningsprincipes volstaan niet langer.

Om tot een toekomstbestendige inrichting van de ondergrond te komen zijn gemeente en netbeheerders samen op zoek naar innovatieve ruimtebesparende inpassingstechnieken. Doel is om ten minste drie innovatieve inpassingstechnieken door te ontwikkelen tot volwassenheid, zodat deze beschikbaar komen voor de uitvoeringspraktijk van Amstelstad, en op termijn voor complexe gebieden elders in de stad.

Werkwijze

In de vormgeving van het samenwerkingsproces is gebruikt gemaakt van diverse methoden uit deze toolbox. Op basis van value mapping en multi-criteria deliberatie is gewerkt aan de ontwikkeling van een breed waardekader voor de beoordeling van nieuwe inpassingstechnieken. Hiervoor zijn in eerste instantie interviews afgenomen met stakeholders: Welke (innovatieve) technieken kunnen volgens betrokken experts helpen het vraagstuk op te lossen? En welke kosten, baten en risico’s gaan er gepaard met deze technieken?

De uitkomsten van de interviews zijn gepresenteerd in een gezamenlijke werksessie. Daarin werden partijen ook uitgedaagd samen na te denken over lange-termijn kosten en baten van innovatieve inpassingstechnieken op sociaal-maatschappelijk, ecologisch en financieel gebied. Dit leidde tot een eerste selectie van vijf technieken die, op basis van nader onderzoek, in een tweede werksessie verder zijn uitgewerkt en beoordeeld. Daarbij werd ook de vraag gesteld: Hoe kan het ontwerp van geïdentificeerde inpassingstechnieken zodanig worden aangepast dat er (nog) meer waarde wordt gegenereerd en minder wordt vernietigd?

Leren & veranderen

Een ingewikkeldheid in het (lopende) proces betreft de technische achtergrond van de meeste deelnemers. Een gesprek over techniek was bijgevolg veel ‘natuurlijker’ dan een gesprek over ecologische, financiële of sociaal-maatschappelijke aspecten. Vanuit systemisch perspectief is dit geen toevalligheid, maar een uiting van een systeem dat is gestoeld op (vergaande) specialisatie. In zo’n systeem is ‘over de grenzen kijken’ van het eigen expertisegebied of de eigen organisatie niet gebruikelijk noch makkelijk.

Een verbreding van het perspectief vraagt dan ook ‘opgavegericht probleemeigenaarschap’ van deelnemers; de bereidheid om verder te gaan dan de eigen taken en verantwoordelijkheden, en andere kennishouders en mensen in de eigen organisatie te betrekken. Dit is enerzijds iets dat gaandeweg moet ontstaan, in een interactief proces van actie (interviews, werksessies) en reflectie (wat leren we daarvan?). Anderzijds is het belangrijk om dit ook van ‘bovenaf’ legitimeren, zodat het deelnemers ook is toegestaan probleemeigenaarschap te tonen.

Uitkomsten

Het samenwerkingsproces heeft geleid tot een (voorlopige) selectie van technieken die zowel waardevol als kansrijk worden geacht met het oog op implementatie. Daarnaast is er een breed en gedragen waardekader in ontwikkeling voor de beoordeling van inpassingstechnieken. Naast conventionele criteria als veiligheid, toegankelijkheid, betaalbaarheid en bewezen technologie stuurt dit kader ook op zaken als ruimtewinst boven en ondergronds, gezondheid en welzijn van omwonenden, een vitaal grond en water systeem, en vermeden kosten in beheer en onderhoud. De verbreding van het perspectief die hiermee ontstaat, opent niet alleen deuren voor efficiënter en meervoudig ruimtegebruik, maar biedt ook een basis voor verdergaande samenwerking tussen gemeente en netbeheerders.

Voor het benutten van het ontwikkelde potentieel is in eerste instantie commitment nodig bij betrokken partijen over de toepassing van de uitgewerkte inpassingstechniek(en) in Amstelstad. Om geselecteerde inpassingstechnieken ook generiek beschikbaar te maken is aanpassing van wet- en regelgeving vereist. Voor de aanleg van kabels en leidingen in de ondergrond gelden allerlei veiligheidsnormen, o.a. zogenaamde ‘interferentie-afstanden’ die het verkleinen van onderlinge afstanden tussen infrastructuur beletten. Parallel aan dit traject wordt daarom verbinding gelegd met de herziening van gemeentelijk verordening WIOR (Werken in de Openbare Ruimte) alsook de herziening van de landelijke norm NEN7171.

Meer informatie

Afbeeldingen