Het Kennis-actieprogramma vanuit een transitieperspectief
Binnen het Kennis-actieprogramma (KAP) wordt nagedacht over water in de circulaire stad van de toekomst om Amsterdam zo duurzamer en veerkrachtiger te maken. Zoals al beschreven in deze blog, zijn betrokken partijen daarbij bereid om na te denken over radicaal andere en vernieuwende manieren van het organiseren (en beheren) van de waterketen. Toch blijkt in de praktijk dat dit niet altijd even makkelijk is. Wat bepaalt het succes of juist de mislukking van innovatie? En hoe kunnen we processen van duurzame (maatschappelijke) verandering beter begrijpen?
Duurzame transitie
Deze en soortgelijke vragen worden binnen transitiestudies bestudeerd. De ambitie van het KAP Water om toe te werken naar een circulaire waterkringloop kan worden opgevat als een duurzame transitie. Transities zijn lange termijn processen van radicale en structurele veranderingen op het niveau van maatschappelijke systemen. In het geval van het KAP Water is dit ‘maatschappelijke systeem’ de stad. Innovaties die bijdragen aan duurzame transitie zijn zó radicaal anders dan de gangbare praktijk van het moment, dat ze structurele en systemische verandering vereisen. Deze ‘gangbare praktijk’ wordt in transitiestudies ook wel het regime genoemd. Het regime is het huidige, dominante systeem van gebruiken en praktijken.
‘Normale’ innovaties zijn weliswaar vernieuwend, maar passen tegelijkertijd binnen het heersende regime van gebruiken en gewoonten. Zulke innovaties vereisen dus geen transformatie van een heel systeem, maar hebben genoeg aan relatief kleine veranderingen en aanpassingen van het systeem waardoor gangbare gebruiken en gewoonten kunnen blijven voortbestaan. Binnen het KAP Water denken we echter na over radicale veranderingen en complexe uitdagingen zoals het decentraal organiseren van de waterketen, het koppelen van nutsvoorzieningen en boven de grond werken. Als we zulke radicale veranderingen willen realiseren, vereist dat onder andere een totaal nieuwe infrastructuur, nieuwe manieren van organiseren en beheren en daarmee gepaard gaande verschuiving van verantwoordelijkheden.
Innovatief succes!?
Innovatieve alternatieven die radicaal anders zijn dat het heersende regime van het moment, hebben daarom een beschermende ruimte nodig waarin geëxperimenteerd kan worden. Innovaties die radicaal anders zijn dan de status quo, bevinden zich in een achtergestelde positie omdat ze weerstand ervaren van de bestaande omgeving. De infrastructuur, wet- en regelgeving, organisatie en gebruiken zijn immers zó ontworpen dat ze aansluiten bij het huidige systeem van gebruiken en gewoonten (i.e. het regime). Radicaal vernieuwende innovaties kunnen hiermee (nog) geen eerlijke, gelijkwaardige competitie aangaan. Daarom wordt binnen transitiestudies beargumenteerd dat radicale innovaties in zogenaamde socio-technische niches moeten ontwikkelen, beschermd door maatregelen zoals politieke ondersteuning, subsidies of vrijstelling van bepaalde verplichtingen. Door deze steun krijgen vernieuwende innovaties de tijd om te rijpen en ontwikkelen tot een (duurzaam) alternatief dat de concurrentie aan kan gaan met het heersende regime.
Innovatief succes wordt daarnaast ook beïnvloed door invloeden van buitenaf. Regimes en niches zijn ingebed in een bredere maatschappelijke context: het zogenaamde landschap. Denk hierbij aan lange termijn invloeden zoals een economische recessie, globalisering of klimaatverandering. Veranderingen in het landschap kunnen kansen bieden voor vernieuwende innovaties om zich verder te ontwikkelen en in te spelen op relevante hedendaagse uitdagingen door een (duurzaam) alternatief te beiden.
Samenwerken aan duurzame transitie
Omdat het KAP Water oplossingen zoekt voor complexe uitdagingen en voor radicale vernieuwing wil zorgen, zijn het opdoen en uitwisselen van kennis centrale activiteiten. Voor het bewerkstelligen van radicale innovatie en transitie is uiteenlopende kennis nodig, omdat vernieuwende oplossingen en ideeën vaak organisatie- of zelfs sector overschrijdend zijn. Innovatie vraagt om het ontstaan van zulke nieuwe ideeën, leerprocessen en samenwerkingsverbanden. In het KAP Water hebben we dan ook gekozen voor co-creatie van kennis, waarbij kennis uit verschillende disciplines en zowel wetenschappelijke kennis als kennis van praktische aard geïntegreerd wordt. Daarnaast is het belangrijk dat nieuw opgedane kennis, inzichten en leerprocessen goed gedocumenteerd en vastgelegd worden zodat we vervolgstappen kunnen zetten die gebaseerd zijn op dat wat we al geleerd hebben. Op deze manier doen we steeds meer kennis op over manieren waarop we samen kunnen werken aan systemische innovatie en transitie in de Amsterdamse watercyclus. Zo realiseren we stukje bij beetje een duurzamer en veerkrachtiger Amsterdam dat klaar is voor de toekomst.
Wil je meer lezen? Bekijk dan onderstaande literatuur:
- Geels, F. W., & Schot, J. (2007). Typology of sociotechnical transition pathways. Research policy, 36(3), 399-417.
- Hermans, F., Klerkx, L., & Roep, D. (2015). Structural conditions for collaboration and learning in innovation networks: using an innovation system performance lens to analyse agricultural knowledge systems. The Journal of Agricultural Education and Extension, 21(1), 35-54.
- Loorbach, D. (2010). Transition management for sustainable development: a prescriptive, complexity‐based governance framework. Governance, 23(1), 161-183
- Nevens, F., Frantzeskaki, N., Gorissen, L., & Loorbach, D. (2013). Urban Transition Labs: co-creating transformative action for sustainable cities. Journal of Cleaner Production, 50, 111-122.
Ellen Bulten, masterstudent Innovatie en Communicatie WUR; stagiair KWR