Op weg naar adaptief en circulair watermanagement: een probleemanalyse
Bij de eerste kenniswerkplaats van het kennisactienetwerk (KAN) Water had ik de eer tafelheer te zijn bij een van de groepen. Tegen de tijdgeest in, nam mijn groep gelukkig nog de tijd voor een probleemanalyse. Want zoals men weet, bepaald de definitie van het probleem in grote mate de richting van de oplossing. Wat zijn dan de problemen die aan bod kwamen?
Ten eerste het probleem van locatie. Veel problemen komen voort uit een mismatch tussen vraag en aanbod. De groep gebruikte als voorbeeld de fostaat-problematiek. Op sommige plekken is er een teveel en op sommige plekken is er te weinig. Wanneer deze plekken goed gekoppeld zouden zijn, zou er een efficiënte afstemming plaats kunnen vinden van fosfaat.
Ten tweede is er een probleem van schaal. De focus ligt teveel op het decentraliseren terwijl de uitdaging juist ligt in het vinden van het juiste schaalniveau. Sommige aspecten van de waterzuivering zouden beter op het decentrale niveau kunnen worden uitgevoerd terwijl andere optimaal geregeld kunnen worden op het centrale niveau. Indien de waterhuishouding ook wordt gekoppeld aan energiewinning, wordt het plaatje van de optimale schaalverdeling weer anders. Deze complexe interacties tussen verschillende technieken en schaalniveaus bieden dan ook één van de belangrijkste uitdagingen voor dit kennis-actie-netwerk.
Zoals beloofd, bieden de problemen ook handvatten voor oplossingsrichtingen. Het eerste probleem van locatie duidt erop dat er veel sterker moet worden ingezet op circulariteit, oftewel het verbinden van stromen waarbij het restproduct van de één een grondstof voor productie wordt voor de ander. Een belangrijke uitdaging is dus om een verbinding te maken tussen locaties die misschien geografisch niet direct naast elkaar liggen.
Dit brengt het aspect van het tweede probleem in beeld. De kwestie van schaal en techniek zorgt ervoor dat we ons moeten richten op hybride systemen waarbij het schaalniveau past bij de combinatie van techniek en locatie. Omdat dit niet een statisch beeld is maar een dynamisch proces is het noodzakelijk om deze hybride systemen adaptief in te richten. Er moet worden voorkomen dat er een lock-in ontstaat waardoor nieuwe technieken of andere ontwikkelingen geen plek meer kunnen vinden. Hiervoor moeten alle stakeholders betrokken worden. Verhoudingen veranderen tussen burger, overheden, waterbedrijven, waterschappen, energiebedrijven, etc waarbij er meer in samenspraak moet worden geregeld. Er komt een complex adaptief systeem waarbij er een gedeelde verantwoordelijkheid is tussen de verschillende partijen.
Dit was in het kort de analyse bij mij aan de tafel. Dank voor de inspirerende ochtend waarbij er duidelijke punten naar voren kwamen voor het vervolg van het kennis-actie netwerk. Op weg naar de adaptieve en circulaire watermanagement van de toekomst.
Mendel Giezen
Universitair docent Duurzame stedelijke ontwikkeling (betrokken onderzoeker bij WP2.2)
http://www.uva.nl/profiel/g/i/m.giezen/m.giezen.html