Data: De ideale ondersteuning voor het goede gesprek in gebieden

Databedreven werken

Rutger Tiggeler, programmamanager Stedelijk programmeren, en Jan Duffhues, teamleider Beeld & Data bij de gemeente Amsterdam, zijn het erover eens: data geeft gebiedsgericht uitvoeren grond onder de voeten. Maar bedenk wel dat data vooral het goede gesprek moet voeden, en geen op zichzelf staand doel wordt.

Gebiedsgericht uitvoeren begint bij gebiedsgericht programmeren. Hoe lang doet gemeente Amsterdam dit al?

Rutger: ‘Toen ik vijf jaar geleden begon in deze functie, waren we bij Stadsregie al bezig met gebiedsgericht programmeren, om werkzaamheden in de openbare ruimte beter af te stemmen en lange termijn doelen te kunnen halen. Het besef was er toen al dat programmeren op kleine schaal eindig is. Maar deze aanpak bracht de nodige uitdagingen met zich mee: bestaande processen werden doorkruist, de data waren vaak niet op orde, niet gedeeld en niet op de lange termijn gericht. De Programmeerkaart is voor ons een belangrijk instrument, maar vereist – nog steeds – veel handwerk.’

Wat is de kracht van de Programmeerkaart?

Jan: ‘Als je gezamenlijk werkt, heb je een gezamenlijk vertrekpunt nodig. We werken met eigen kaarten en systemen om alle partijen die iets willen in de openbare ruimte, zowel intern als extern, in kaart te kunnen brengen. De Programmeerkaart omvat onder meer data over wegen, riolering en groen. Doordat data van verschillende partijen komt, zien we veel diversiteit aan data. We willen dit graag integreren, maar dat is niet gemakkelijk. Zo biedt samenvoegen vaak geen logica en is de vertaling ervan risicovol – er komt altijd een menselijke interpretatie tussen. Data moet daarom geen eigen interpretatie zijn, maar direct koppelbaar vanaf de bron. De integrerende kracht van ons systeem ligt vooral in de bijvangst die je doet; als je informatie zoekt over het één, zie je dat er ook andere zaken spelen op dezelfde plek.’

Hoe belangrijk is data-analyse bij het selecteren van Slim*-gebieden?

Rutger: ‘In deze gebieden werken veel stakeholders samen en gaat het om grote investeringen over langere termijn. Onderbouwing met data is daarom cruciaal om de samenwerking te legitimeren. Op basis van actuele data selecteer je een gebied en voer je het gesprek. Vervolgens duik je opnieuw in de data, net zo lang tot je voldoende weet om de keuze voor gebieden te maken.’ Jan: ‘Slim*-gebieden zijn ingewikkeld, met vele belangen, zodat spanningsvelden onvermijdelijk zijn. Data biedt een stevige basis voor onderbouwing en helpt in het gesprek over belangen.’

Hoe kunnen we leren van data?

Rutger: ‘Daar ligt veel onbenut potentieel. We doen te weinig aan reflectie in onze organisatie, en kijken onvoldoende terug op projecten. We zijn een grote organisatie met langdurige projecten, en kijken liever vooruit. Reflectie is vaak geen onderdeel van de opdrachtverstrekking, dus is er relatief weinig aandacht voor.’ Jan: ‘We weten uit allerlei voorbeelden dat reflectie en leren moeten worden geïntegreerd in het projectproces. Anders is er geen tijd, budget en energie meer voor.’

Wat adviseren jullie de gebieden die straks ondersteuning krijgen vanuit Slim* gebiedsgericht uitvoeren?

Jan: ‘Bedenk vooraf wat je wilt verbeteren, en maak het concreet. Wat is hiervoor nodig, en wat zijn succesfactoren? Hoe kun je dit meten? Maak reflectie op deze zaken tot onderdeel van je werkproces.’ Rutger: ‘Realiseer je dat de koppeling en uniformiteit van informatie en systemen cruciaal is voor het slagen van slimme gebiedsgerichte uitvoering. Uniformiteit in kaartmaterialen en de juiste kennis bij gebruikers zijn essentieel. Dat vraagt wel om een investering. Eerst om zowel elkaars processen als systemen beter te leren kennen en vervolgens om oplossingen te bedenken om de diverse databronnen daadwerkelijk over elkaar te kunnen leggen. Het is aan te raden hier standaarden voor af te spreken zodat de data op dezelfde manier in de kaarten worden gezet. De ene partij tekent bijvoorbeeld elke individuele opgave los in een kaart terwijl een andere partij een vlak tekent. Hoeveel puntjes of lijntjes zijn dan een vlak? Je wilt voorkomen dat je voor elk individueel gebied dit moet gaan ontdekken en afspreken. Dus liever vooraf helderheid over de afspraken. Dit is een gezamenlijke verantwoordelijkheid, en ligt in lijn met de werkwijze van het Netwerkbureau van het Coördinatiestelsel.’

Wat betekent dit voor datadesign?

Jan: ‘De kost gaat voor de baat uit. Een goede informatiepositie kost geld, maar het is essentieel voor integraal werken. Zo werken we er hard aan om kaarten om te zetten in geo-data, zodat dit geschikt wordt voor hergebruik. De praktische toepasbaarheid voor de gebruiker is hierbij leidend.’ De ambities voor de toekomst zijn duidelijk. Rutger: ‘We streven naar een hogere mate van betrouwbaarheid van data, zodat we met meer zekerheid programmeringen kunnen maken. Onze droom is dat we databronnen beter kunnen koppelen en ontsluiten.’ Jan besluit: ‘Verwachtingen moeten realistisch zijn. Het is essentieel dat de gemeente databedreven werkt om meer uitwisseling mogelijk te maken.’

Koppelkansen