Integrale aanpak Vitale systemen noodzakelijk voor toekomstbestendigheid

Netwerken voor energie, water, mobiliteit en digitale infrastructuur kraken in hun voegen en bepalen steeds vaker de grenzen van wat we kunnen realiseren in de stad. Tijdens de werksessie van Slim* op 18 maart 2025 deelde het team Vitale systemen de inzichten uit de kwartiermakerfase. Het Directeuren Overleg Openbare Ruimte Amsterdam heeft op 3 april ingestemd met de resultaten en het vervolg: Vitale Systemen Amsterdam; een vaste waarde!
Tot voor kort beschouwden we vitale systemen als vanzelfsprekend. Ze waren er, ze werkten, en we vertrouwden erop dat ze elke nieuwe stedelijke functie aankonden. Maar die vanzelfsprekendheid staat onder druk. Onze stad groeit, en daarmee ook de vraag naar energie, water, en mobiliteit. Maar wat als het stroomnet vol zit en nieuwe laadpalen niet aangesloten kunnen worden? Of als extreme regenval het riool overbelast en woonwijken onder water zet? De afhankelijkheid tussen systemen – denk aan de impact van een falend elektriciteitsnet op de watervoorziening – wordt steeds groter. Het calamiteitenplan van het ene netwerk leunt vaak zwaar op de aanname dat alle andere netwerken volledig blijven functioneren. Dit vraagt om een fundamentele herziening van hoe we met vitale systemen omgaan. Dat is een flinke uitdaging: wat voor het ene systeem goed is, kan voor het andere systeem een negatief effect hebben.
Een nieuwe manier van werken: de Vitale Systemen Aanpak
Tijdens de zogenoemde kwartiermakerfase onderzocht het team Vitale systemen samen met TNO de onderlinge samenhang van vitale systemen. Uit dit onderzoek bleek dat een integrale Vitale Systemen Aanpak noodzakelijk is. Dit betekent: problemen oplossen waar ze ontstaan, maar ook vooruitkijken en samenwerken tussen disciplines, om zo vanuit een gedeeld perspectief naar de stad kijken. Dit vraagt om structurele afstemming en gezamenlijke besluitvorming. Het gaat om een breder perspectief op de toekomstbestendigheid van de stad, in plaats van toekomst van systemen alleen.
Van projecten naar implementatie: wat betekent dat?
Veel verduurzamingsinitiatieven stranden in de projectfase: een pilot hier, een verkenning daar. De uitdaging is om niet te blijven hangen in losse experimenten, maar de nieuwe aanpak écht implementeren. Dit betekent:
- Van tijdelijke samenwerkingen naar structurele teams: Net als energie en water een constante factor zijn, moeten de teams die deze systemen beheren ook structureel samenwerken.
- Van korte termijn- naar langetermijnplanning: Niet alleen de opgave van nu oplossen, maar een toekomstbestendige strategie ontwikkelen.
- Van ad-hoc oplossingen naar systeemdenken: Niet één probleem per keer aanpakken, maar systemen in samenhang verbeteren. Hoe toekomstgerichter en meer samen je dit aanlegt, hoe zinvoller je asset management is.
Kansen en risico’s: lessen uit de praktijk
Een concreet voorbeeld: bij woningbouw is er geen capaciteit meer op het stroomnet. Dit probleem kan niet geïsoleerd worden opgelost – het vraagt om een bredere strategie waarbij lokale energieopslag en slimme netwerken worden meegenomen. Hier ligt een kans om woningbouw, energietransitie en mobiliteit op elkaar af te stemmen. Sterker nog, zonder een integrale aanpak blijven we achter de feiten aanlopen. Wanneer we het hebben over vitale systemen, hebben we het niet langer alleen over crisisbeheersing, maar vooral over toekomstbestendigheid.
Samen bouwen
Vitale systemen vormen het fundament van de duurzame stad, en dat fundament moet sterker. Dit vraagt om een nieuwe manier van samenwerken, waarin betrokken organisaties samen optrekken. De kwartiermakerfase heeft laten zien hoe waardevol een integrale aanpak is, en nu is het tijd om deze structureel te verankeren en samen de stad van de toekomst mogelijk te maken.