‘Slimmer organiseren begint met het verkennen van elkaars leefwereld’
Als ontwerper van de openbare ruimte zoekt Harm-Klaas Naaijer, werkzaam bij Ruimte en Duurzaamheid van gemeente Amsterdam, van nature al naar slimme combinaties. Hoewel de ondergrond nu nog geen onderdeel is van het ontwerpproces, heeft hij er wél mee te maken. Voor Harm-Klaas reden om mee te doen aan de leergang systeeminnovatie ‘Nieuw werken op Amsterdams peil’.
Hoe heb jij te maken met Koppelkansen in je werk?
Ik werk in een team van drie ontwerpers, en ben zelf actief in onder meer het centrum en in de gebiedsontwikkeling in Overamstel. Hoewel ik niet direct betrokken ben bij de Koppelkansen-case Wallengebied, komt deze via mijn collega’s regelmatig zijdelings voorbij. Als ontwerpers zijn we gewend over de grenzen te kijken en met bewoners samen te werken. Zij kennen hun buurt, en weten wat nodig is. Het is onze taak om tot een gemene deler te komen die er fatsoenlijk uitziet. Ik merk dat deze benadering nog geen gemeengoed is in onze organisatie, en daarom is het goed dat de leergang insteekt op deze manier van denken en werken.
Waar zit voor jou de meerwaarde?
Ik hoop met de leergang manieren te vinden om integraal werken slimmer te organiseren. Dat geldt binnen mijn eigen organisatie, maar meer nog voor de samenwerking met de andere partijen in de ondergrond. Wat komt er kijken bij het plaatsen van kabels en leidingen? Glasvezel, elektriciteit, gas, water: ik weet er het fijne niet van. Daarom is het goed om de verschillende denk- en leefwerelden te leren kennen in deze opleiding. Ook is het waardevol dat we worden uitgedaagd om vraagstukken grondig en vanuit een andere hoek te benaderen. We stellen voortdurend scherp op de vraag: wat willen we bereiken? Om vervolgens de ruimte te nemen om te zoeken naar de juiste oplossingsrichting. Ik hoop overigens wel dat het in de opleiding niet blijft bij deze exercitie, maar dat we ook tot concrete oplossingen komen.
Wat is ervoor nodig om tot oplossingen te komen?
Voor mij geldt dat ik in de praktijk het overzicht mis van de ondergrondse (on)mogelijkheden. Want ik wil weten: waar kan ik bomen plaatsen, en waar passen oplaadpunten? Het zou mooi zijn als we aan de opleiding contacten overhouden met wie we kunnen schakelen over kabels en leidingen, en dat we elkaars taal beter begrijpen. In die zin is het jammer dat de partijen die verantwoordelijk zijn voor de kabels, ondervertegenwoordigd zijn in deze opleiding. Maar het begin is er!