Veel koppelen, en gewoon beginnen

maaike-nicolai-verbinden

Maaike Nicolai-Geerling is in het voorjaar gestart als manager Verbonden Buurtaanpak in Noord, Nieuw-West en Zuid. Vanuit het programma Amsterdam maakt Ruimte benadert ze ruimtegebruik in buurten vanuit de sociale verbanden. ‘Ik raad iedereen die gebiedsgericht wil werken aan om de straat op te gaan. Verbind je met de buitenwereld: de mensen waar je het voor doet.

Wat is je betrokkenheid bij het netwerk Slim* gebiedsgericht uitvoeren?

Een jaar geleden maakte ik kennis met Koppelkansen en de integrale ontwerpmethodiek, en sloot ik me ook aan bij het landelijk online platform voor integrale samenwerking in de openbare ruimte van Citydeal Openbare Ruimte. Ik was meteen enthousiast, en voelde veel herkenning. Tegelijkertijd merkte ik dat het erg gericht was op de ondergrond, aangevlogen vanuit technische bril. Daarmee mis je veel kansen, en daarom vind ik het heel goed dat Koppelkansen nu in de Slim*-aanpak ook de sociale kant wil integreren.

Hoe is de verbonden buurtaanpak ontstaan?

De basis heb ik gelegd in Zuid, als manager fietsparkeren. In cocreatie met bewoners, ondernemers en bezoekers hebben we binnen één jaar 9 van de 10 bedachte oplossingen gerealiseerd. In kleine stapjes konden we snel mooie resultaten boeken, en de omgeving prettiger, veiliger en toegankelijker maken. Ik merkte dat we steeds meer vragen van collega’s kregen die ruimte zochten voor zaken als deelmobiliteit en groen. Hierdoor gingen we vanzelf integraal werken. Maar voor elk plekje op straat moesten we een proces doorlopen in de organisatie, en dat kostte veel tijd. Bovendien liepen we letterlijk tegen de grenzen van de ruimte aan. Op buurtniveau krijg je meer voor elkaar en werkt het een stuk efficiënter dan ‘straat voor straat’. Dat was de aanleiding voor het opstellen van de Verbonden Buurtaanpak.

Wat kenmerkt deze aanpak?

Bij de keuze voor buurten waar we aan de slag gaan, volgen we nu de technische richtlijn die bepaalt wanneer straten worden opgebroken: USTOR (uitvoeringsstandaard toekomstbestendig werken aan de openbare ruimte). Alleen in die buurten kunnen we iets doen. Vervolgens verbinden we dit met de buurtaanpak, waarin we diverse opgaven koppelen en hierin ook de behoeften van de bewoners en meer sociale opgaven meenemen. Deze benadering maakt dat het tempo lager ligt dan ik was gewend bij fietsparkeren. Daar konden we met kleine maatregelen al verschil maken, en ook los van geplande opgaven. Maar als we de Verbonden Buurtaanpak structureel weten te maken, is de impact natuurlijk ook vele malen groter.

Wat is voor jou een inspirerend voorbeeld van de buurtaanpak?

Stel, een buurt wil vergroenen, maar ambtenaren zeggen: ‘groen is te duur vanwege het onderhoud’. In Rotterdam hebben ze daarvoor een creatieve oplossing. Op een aantal locaties doen bewoners, onder aanvoering van oud-huisarts Rini Biemans, zelf ecologisch beheer van groen in de buurt. Dit noemt hij Stadsgeneeskunde omdat het zoveel gezondheidsvoordelen heeft: meer bewegen, meer sociale cohesie, verbeterde weerbaarheid, meer zingeving én minder depressies en huisartsenbezoeken. Daarmee verzorgt hij in opdracht van de gemeente op een aantal locaties het groenonderhoud. De deelnemers krijgen van hem zelfs een kleine vergoeding. Ze bouwen een dagritme op, terwijl hun verdiensten onder de uitkeringsgrens blijven.

Kan dit ook in Amsterdam?

Het zou mooi zijn als dit in Amsterdam ook lukt, en we buurten kunnen vergroenen, terwijl tegelijkertijd de leefbaarheid en fysieke en mentale gezondheid wordt verbeterd. Ik werk aan deze ‘case’ in de leergang Duurzame Doorbraken. Ik zie ook kansen in de samenwerking met wooncorporaties, en ben heel benieuwd waar we volgend jaar rond deze tijd staan. Maar ook in Amsterdam zijn er al veel mooie initiatieven. Je ziet steeds meer geveltuintjes en rondom bomen meer groen. Een mooi voorbeeld zag ik onlangs in Tuindorp-Nieuwendam waar vergroening is aangepakt met nieuwe bewoners en bewoners die er al lang wonen. De ideeën en wensen liepen uiteen, maar ze zijn tot een compromis gekomen. Dat leidde ertoe dat de uitvoering van het ontwerp in onze ogen misschien niet optimaal is, maar de bewoners zijn er heel blij mee. Er is meer ruimte voor ontmoeting, gezond leven en veilig opgroeien. En daar doen we het voor!

Wat is de grootste uitdaging?

Als je alle opgaven stapelt in een buurt, hoe ga je dan de toplaag inrichten voor een toekomstbestendig leven, en vooral: keuzes maken? Meer actieve mobiliteit betekent gezondere, gelukkigere Amsterdammers en minder ziektekosten. Maar we moeten er wel letterlijk ruimte voor maken. Niet alle auto’s hoeven weg, maar vaak zijn de parkeerplaatsen wel de plek waar we de meeste ruimte kunnen winnen voor andere belangrijke zaken. Daarom zijn goede alternatieven voor eigen autobezit noodzakelijk. Misschien moeten we daarin wel grotere gebaren gaan maken – door de weerstand heen breken. In onze organisatie vind ik de grootste uitdaging: minder praten, meer doen. Als je stadsdelen in gaat, zie je dat er veel gebeurt. De aanpak Noord is geweldig! Vaak weten mensen die voor de centrale stad werken, niet wat daar al gebeurt. Er liggen echt kansen door gebiedsgericht meer te verbinden met deze collega’s en initiatieven.

Welke tips heb je aan het netwerk Slim* gebiedsgericht uitvoeren?

Begin gewoon! De buurtselectie is niet perfect te maken, dus ga gewoon starten. Ga in gesprek met de mensen in de buurt, bouw vertrouwen op. Gebiedsmakelaars hebben ook veel input en kunnen verbindingen leggen. Waar zit energie in de buurt? Als we samenwerken, kunnen we elkaar versterken. En we hebben elkaar nodig, want de opgaven zijn te groot om zelfstandig te realiseren. Met aanpassingen in de openbare ruimte, kunnen we de leefbaarheid en sociale cohesie verbeteren. Ik ben ervan overtuigd dat we in deze samenwerking de beste bijdrage leveren aan brede welvaart en toekomstbestendiger leven.

Koppelkansen