Promotieonderzoek helpt steden slim omgaan met water: Voldoende water en droge voeten in de stad
Met de zomer in het vooruitzicht vragen velen zich af: wordt het opnieuw zo warm en droog als vorig jaar? En hoe zit het met die stortbuien, kunnen onze afvoeren dat wel aan of staan de straten straks regelmatig blank? Wereldwijd staan steden voor grote uitdagingen. Binnen 40 jaar wonen 2 op de 3 mensen in een stedelijke omgeving, in totaal zo’n 6,4 miljard wereldburgers. Om deze groei aan te kunnen en voorbereid te zijn op klimaatverandering, moeten steden hun waterinfrastructuur, afvalwaterbehandeling en ruimtelijke inrichting aanpassen. Maar hoe? KWR-onderzoeker Stef Koop ontwikkelde 3 instrumenten waarmee steden inzicht krijgen in hun watermanagementprestaties en bestuurlijk vermogen. Op 25 maart promoveert hij op dit werk aan de Universiteit Utrecht.
Behoefte aan praktische instrumenten
Veel steden zijn bezig met water-wise management: ze vragen zich af hoe ze slim kunnen omgaan met water. Maar zelfs de steden die al streven naar een integrale aanpak voor de hele watercyclus – die dus niet alleen naar het opvangen van stortbuien kijken maar bijvoorbeeld ook naar hergebruik van water – lopen tegen praktische problemen aan. Want waar te beginnen en wat is haalbaar? Koop en collega’s van wateronderzoeksinstituut KWR en Universiteit Utrecht constateerden dat het steden ontbreekt aan praktische middelen om hun doelen te bereiken. Koop ontwikkelde een set meetbare indicatoren waarmee steden hun watermanagementprestaties en bestuurlijk vermogen kunnen beoordelen. Hiermee krijgt een stad zijn eigen aandachtspunten in beeld én kan een stad vergelijken met en leren van andere steden. Wereldwijd zijn al 74 steden met deze methodiek in kaart gebracht. Daarvan staan er meer dan 40 in de Urban Water Atlas for Europe van de Europese Commissie, die net als de Nederlandse regering, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) en de Verenigde Naties water als topprioriteit heeft.